Op basis van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten bevat de paragraaf lokale heffingen ten minste:
De baten met betrekking tot de lokale heffingen bedragen in € 1.000:
Soort | 2019 |
---|---|
Onroerendezaakbelasting gebruikers | 2.003 |
Onroerendezaakbelasting eigenaren | 10.877 |
Roerende woon- en bedrijfsruimtebelastingen | 12 |
Afvalstoffenheffing | 11.465 |
Reinigingsrecht | 60 |
Rioolheffing | 6.657 |
Parkeerbelastingen | 2.279 |
Reclamebelasting | 150 |
Precariobelasting | 214 |
Hondenbelasting | 406 |
Leges | 2.750 |
Lijkbezorgingsrechten | 317 |
Marktgelden | 175 |
Toeristenbelasting | 50 |
Totaal baten | 37.415 |
Het beleid voor de uitvoering van heffing en invordering van de lokale heffingen is gericht op het waarborgen van een zo hoog mogelijke kwaliteit en continuïteit tegen zo laag mogelijke kosten (efficiency). Daarbij wordt er op lastendrukverdeling gelet en wordt zoveel mogelijk het profijtbeginsel toegepast. Als uitgangspunt geldt dat de lokale lasten jaarlijks worden verhoogd voor inflatie. Voor de onroerende zaakbelastingen wordt het consumentenprijsindexcijfer van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) van januari van het voorafgaande jaar als basis gebruikt. Het CBS heeft het inflatiepercentage van januari 2018 vastgesteld op 1,5%.
Voor de lokale heffingen geldt als wettelijke norm, dat deze niet boven het niveau van kostendekkendheid uit mogen komen.
Tabel kostendekkendheid 2019
bedragen x € 1.000 | Afvalstoffen heffing | Riool heffing | Wabo leges |
---|---|---|---|
Kosten taakveld(en), inclusief (omslag)rente | 8.610 | 4.751 | 1.293 |
Inkomsten taakveld(en), exclusief heffingen | 60 | - | - |
Netto kosten taakveld | 8.550 | 4.751 | 1.293 |
Toe te rekenen kosten straatreiniging en regionale brandweer | 739 | 739 | 129 |
Overhead inclusief (omslag)rente | 1.295 | 734 | 378 |
Btw | 1.194 | 682 | - |
Totale lasten | 11.778 | 6.906 | 1.800 |
Opbrengst heffingen | 11.465 | 6.657 | 2.000 |
Kortingsruimte duurzaamheid | - | - | -200 |
Onttrekking aan voorziening | 313 | 249 | - |
Totale baten | 11.778 | 6.906 | 1.800 |
Dekkingspercentage | 100% | 100% | 100% |
Onroerendezaakbelastingen (OZB)
De OZB bestaat uit een eigenarenbelasting voor woningen en een eigenaren- en een gebruikersbelasting voor niet-woningen.
Roerende woon- en bedrijfsruimtebelastingen (RZB)
Deze belasting wordt ook wel de roerendezaakbelasting genoemd, vanwege de aanvulling op en de gelijkenis met de OZB. Deze belasting wordt geheven op alle roerende zaken zoals woonschepen, woonwagens en kiosken. De heffingspercentages zijn gelijk aan die van de OZB.
Afvalstoffenheffing
De gemeente is verplicht tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen. Voor de dekking van de kosten wordt afvalstoffenheffing geheven. Het tarief van de afvalstoffenheffing wordt gebaseerd op de kosten van onder andere inzet van personeel en materieel, verwerkingstarieven van afvalstromen en toerekening van overhead, gedeeld door het aantal huishoudens.
Reinigingsrecht
Reinigingsrecht wordt nog uitsluitend geheven van bedrijven voor het ondergronds inzamelen van bedrijfsafval. Het tarief van het reinigingsrecht wordt gebaseerd op de kosten van onder andere inzet van personeel en materieel, verwerkingstarieven van afvalstromen en toerekening van overhead.
Rioolheffing
Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het beheer van het afval- en regenwater en het verwerken van overtollig grondwater. De heffing mag maximaal kostendekkend zijn en alleen worden gebruikt voor de dekking van de kosten die in de wet genoemd zijn. Voor de beoordeling van de kostendekkendheid stellen wij periodiek het Gemeentelijk RioleringsPlan op.
In Purmerend is de heffingsgrondslag voor eigenaren een vast bedrag per aangesloten eigendom. De heffingsgrondslag voor gebruikers is gekoppeld aan het waterverbruik in kubieke meters (m3). Hierbij is gekozen voor een tarief per hele eenheid tot 300 m3. De raad heeft besloten dit niet verder te differentiëren, gezien de flink stijgende perceptiekosten versus het relatief kleine voordeel voor de inwoners.
Parkeerbelastingen
Parkeerbelastingen zijn te onderscheiden in een belasting voor feitelijk parkeren en een belasting voor parkeervergunningen. Beide dienen ter regulering van het parkeren, zoals vastgesteld in het parkeerbeleid. De handhaving door middel van de naheffingsaanslag is de zogenaamde fiscalisering van parkeerboetes. Dit geldt alleen voor het parkeren bij automaten waarbij geen- of onvoldoende parkeergeld betaald is. Jaarlijks wordt het maximumtarief van de naheffingsaanslag vastgesteld door het Rijk.
Precariobelasting
Precariobelasting wordt geheven van degene die een voorwerp of voorwerpen op voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel degene voor wie dat voorwerp/die voorwerpen op voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig is. De gemeente voert jaarlijks een inventarisatie uit aan de hand waarvan de precariobelasting wordt opgelegd.
Hondenbelasting
Hondenbelasting is van oorsprong een regulerende belasting ter beperking van het aantal honden. Omdat er sprake is van een belasting geldt hier geen maximumtarief en/of spelregel ten aanzien van kostendekkendheid. De geraamde kosten van het hondenbeleid zijn overigens nagenoeg gelijk aan de geraamde baten in verband met hondenbelasting.
Reclamebelasting
De opbrengst van reclamebelasting wordt na aftrek van de perceptiekosten onder voorwaarden beschikbaar gesteld aan de Stichting Binnenstad Ondernemersfonds Purmerend. Reclamebelasting wordt geheven in een vastgesteld gebied voor openbare aankondigingen die zichtbaar zijn vanaf de openbare weg.
Leges
Voor reisdocumenten, rijbewijs en akten burgerlijke stand bepaalt het Rijk het maximaal te heffen bedrag. De overige leges worden verhoogd met het consumentenprijsindexcijfer van het CBS. Afwijken van dit percentage is mogelijk, wanneer de kostenontwikkeling voor de afzonderlijke activiteiten dit noodzakelijk maken.
Lijkbezorgingsrechten
Lijkbezorgingsrechten worden onder meer geheven voor het gebruik van de aula, het begraven van stoffelijke overschotten en het bijzetten van asbussen in de urnenmuur. Purmerend streeft hierbij naar kostendekkende tarieven, waarin rekening is gehouden met de kosten van het onderhoud van de gemeentelijke begraafplaats.
Marktgelden
Marktgelden worden geheven op zowel reguliere weekmarkten als incidentele marktdagen en bestaan uit tarieven voor het plaatsen van marktkramen en het parkeren bij markten.
Toeristenbelasting
Met ingang van 2017 wordt er toeristenbelasting in Purmerend geheven. Belastingplichtigen zijn geïnformeerd over deze heffing en over de wijze waarop zij een nachtverblijfregister moeten bijhouden. De opbrengst toeristenbelasting is geraamd op € 50.000. De heffing van de toeristenbelasting vindt achteraf plaats omdat dan pas het aantal overnachtingen bekend zijn. In januari 2019 worden de aangiftenformulieren 2018 verstuurd en zal blijken of de geraamde opbrengst van € 50.000 gerealiseerd is.
Om een indicatie te geven van de lokale belastingdruk houden we rekening met de volgende belastingsoorten: OZB, afvalstoffenheffing en rioolheffing. Voor OZB kan bij woonschepen worden gelezen: belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten. De OZB en de afvalstoffenheffing zijn op alle huishoudens van toepassing, de rioolheffing alleen voor percelen die op de riolering zijn aangesloten. We geven de lokale belastingdruk aan voor:
Voor de berekening van de OZB is uitgegaan van de gemiddelde woningwaarde in Purmerend volgens de Atlas van de lokale lasten. Deze bedraagt in 2018 € 206.000.
Bedragen in euro's | Eenpersoonshuishoudens | Meerpersoonshuishoudens | ||
---|---|---|---|---|
Jaar | Eigen woning | Huurwoning | Eigen woning | Huurwoning |
2018 | 721 | 374 | 721 | 374 |
2019 | 729 | 388 | 729 | 388 |
Wijziging | +8 | +14 | +8 | +14 |
Gemeente | Rangorde | Bedrag 2018 | Rangorde 2017 |
---|---|---|---|
Nederland gemiddeld | - | € 721 | - |
Alkmaar | 13 | € 578 | 8 |
Hoorn | 130 | € 709 | 127 |
Heerhugowaard | 76 | € 668 | 65 |
Den Helder | 139 | € 714 | 135 |
Edam-Volendam | 142 | € 715 | 121 |
Wormerland | 322 | € 832 | 299 |
Purmerend | 153 | € 721 | 144 |
Beemster | 361 | € 893 | 335 |
Waterland | 243 | € 768 | 257 |
Zaanstad | 328 | € 839 | 316 |
Landsmeer | 344 | € 857 | 355 |
Bron: Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO).
Op nummer 1 staat de gemeente met de laagste lasten. Uit bovenstaande tabel blijkt de plaats van Purmerend in het landelijk overzicht en ten opzichte van de ISW-gemeenten en de gemeenten in Noord-Holland Noord van vergelijkbare omvang.
Voor belastingplichtigen met lage inkomens bestaat de mogelijkheid van gehele of gedeeltelijke kwijtschelding van de belasting. Kwijtschelding is alleen mogelijk voor de afvalstoffenheffing en de rioolheffing. Kwijtschelding is mogelijk wanneer aan de voorwaarden van de Invorderingswet 1990 is voldaan, met dien verstande dat wij uitgaan van 100% van de relevante bijstandsnorm. Richtlijnen voor het verlenen van kwijtschelding staan in het Besluit gemeentelijk kwijtscheldingsbeleid van 12 februari 2013.